Agressie voorkomen
Agressie staat landelijk in de top 3 van gedragsproblemen. In mijn praktijk is het zelfs het meest voorkomende probleemgedrag waarvoor mensen mij benaderen.
Onderlinge agressie komt regelmatig voor in huishoudens waar meerdere katten wonen.
Ik zie echter ook mensen die een kat hebben waarbij de agressie zich in de loop der tijd op de eigenaren is gaan richten. Dit varieert van tikjes tegen de benen van de eigenaren geven wanneer de kat iets wil, tot serieuze, gerichte aanvallen op mensen. Het filmpje hieronder laat zien hoe serieus zo’n aanval op mensen kan zijn en hoe gevaarlijk de situatie kan worden.
(Waarschuwing: in dit filmpje wordt de kat door de eigenaren gestraft, zoals u ziet. Dit straffen wekt echter nog meer agressie op. Deze mensen zijn in een vicieuze terecht gekomen. Doe dit straffen dus vooral niet na, maar roep alstublieft zo snel mogelijk de hulp van een gedragstherapeut in.)
Veel beter is het om de eerste signalen van agressie in een vroeg stadium te herkennen zodat escalatie kan worden voorkomen.
Daarom heb ik dit stuk geschreven.
Er zijn namelijk heel veel dingen die u kunt doen en laten om te voorkomen dat uw kat agressief wordt naar mensen.
Om u inzicht te geven in de oorzaken van agressie is het belangrijk om eerst te weten hoe de mentale ontwikkeling van katten verloopt vanaf het moment dat deze geboren worden.
De socialisatiefase
In de natuur blijven kittens bij hun moeder totdat ze een week of 12 oud zijn. Wanneer die leeftijd is aangebroken gaat de moederkat ze ‘spenen’, dat wil zeggen dat zij ze leert om voor zichzelf te zorgen. Wanneer de kittens proberen te drinken zal ze bijvoorbeeld steeds vaker weg lopen. Hierdoor worden de jonge katjes gestimuleerd om zelfredzaam te worden.
In de praktijk is er niet altijd de mogelijkheid voor een kitten om opgevoed te worden door de moederkat. Soms worden nestjes gevonden en komen de kleintjes bijvoorbeeld in asiels terecht. In dat geval is het een heel goed idee om deze kittens bij gastgezinnen te plaatsen, zodat ze leren dat mensen betrouwbaar zijn en de kansen enorm vergoot worden dat ze later geplaatst kunnen worden in permanente tehuizen.
Het is belangrijk dat de kittens zich zo natuurlijk mogelijk kunnen ontwikkelen. Er zijn namelijk een aantal essentiële periodes (socialisatiefases) in het leven van het katje waarbij het een ontwikkeling doormaakt die later niet over gedaan kan worden.
De eerste en belangrijkste periode is die tussen de 2 en 7 weken. In deze fase leert het katje hoe deze zich sociaal hoort te gedragen tegenover nestgenoten en mensen. Het is belangrijk dat ze in deze periode veel positieve ervaringen opdoen met allerlei verschillende mensen, katten en eventueel andere diersoorten. Deze herinneringen blijven hen namelijk de rest van hun leven bij en vormen de ‘blauwdruk’ voor hun latere sociale gedrag.
Tussen de 7 en 12 weken volgt nog een socialisatiefase. Nu leren ze nog iets heel belangrijks, namelijk grenzen ontdekken. Zo leren ze van nestgenoten bijvoorbeeld wanneer hun spel te ruw wordt. Als een kitten te hard bijt of krabt, zal het spelgenootje dit aangeven door hard te piepen of te schreeuwen en daarna weg te lopen. Hierdoor leert het katje dat te ruw spelen niet acceptabel is, en doordat het speelmaatje wegloopt levert dit gedrag ook niks meer op.
Om deze reden is het belangrijk dat kittens met leeftijdgenoten kunnen spelen totdat ze 12 weken oud zijn. Wanneer ze ouder zijn is de basis voor hun latere spel- en sociale gedrag al grotendeels gelegd.
Als mensen kunnen wij deze katjes helpen om te gaan met grenzen. Door de katjes te leren dat wij bepalen wanneer iets gebeurt, leren ze bijvoorbeeld ook om te gaan met gevoelens van frustratie. Wij kunnen hen laten zien welk gedrag wordt beloond (en dus iets fijns oplevert) en welk gedrag helemaal niks oplevert (door onze aandacht even helemaal bij hen weg te halen).
Sommige katjes kunnen erg dwingend zijn in hun gedrag, dit is onder andere afhankelijk van hun temperament en karakter. Wanneer een kitten leert dat hij zelf de controle heeft over zijn omgeving en het gedrag van mensen, kan dit een risico opleveren voor zijn latere leven als volwassen kat. Een kat die als kitten bijvoorbeeld heeft geleerd dat agressie hem iets oplevert, zal dit in zijn latere leven ook toe gaan passen wanneer hij iets graag wil. Het is dus belangrijk dat kittens in een zo jong mogelijk stadium al leren dat agressie hen helemaal niets oplevert (dus ook geen negatieve aandacht).
In onderstaand filmpje is prachtig te zien hoe dit werkt. In dit geval is het een volwassen kat die aangeeft wanneer het genoeg is. Het kitten wil spelen en begint de volwassen kat aan te tikken. Deze speelt eerst even mee, maar geeft even later zijn grenzen aan. Als het kitten dan toch door gaat loopt de volwassen kat weg.
Dit grenzen aangeven gaan we nabootsen. Dit doen we dan ook niet door hen te straffen, maar door hen even compleet te negeren, net zoals katten dat onderling doen.
Daarnaast gaan we ze belonen wanneer ze gewenst gedrag laten zien. Belonen hoeft niet altijd met voer, dit kan ook met een knuffel of een speeltje, in combinatie met een prijzende stem.
Leer uw kat dat agressief gedrag hem helemaal niets oplevert. Agressie is iets wat zich meestal gedurende een langere tijd heeft opgebouwd. Vaak begint het heel onschuldig met het vragen van uw aandacht door om uw benen te lopen en te miauwen.
Wanneer u de kat op dat moment geeft waar het dier om vraagt leert het dat het invloed kan uitoefenen op uw gedrag.
Er zijn katten die vervolgens steeds een stapje verder gaan. De één doet dit door heel lang en luid klaaglijk te gaan miauwen (om dan van het geluid af te zijn geven eigenaren vaak toe, waardoor de kat heeft geleerd dat dit dus werkt).
Maar er zijn ook katten die hun eigenaren een tik tegen hun benen gaan geven om deze aan te sporen om hen datgene te geven wat ze willen.
Als uw kat dit doet is het zaak om dit gedrag zo snel mogelijk af te leren. Want een tik kan maanden later langzamerhand zijn uitgegroeid tot meerdere rake klappen tegen uw been, waarna sommige dieren nog verder gaan en ook gaan bijten. Zoals u begrijp kan dit op de lange termijn hele nare gevolgen gaan krijgen, zowel voor u als voor het dier zelf.
Wat kunt u zelf doen?
U leert ze dit agressieve gedrag niet af door ze te straffen (dit werkt averechts), maar allereerst door dit ongewenste gedrag volledig te negeren.
- Loop weg, het liefst naar een andere ruimte, wanneer uw kat u slaat om zijn/haar zin door te drijven. Sluit de deur en laat de kat enkele minuten (minimaal 3) alleen, zodat het dier weet dat er niks leuks gebeurt als hij u slaat.
Kom vervolgens pas weer binnen als uw kat rustig gedrag laat zien en negeer de kat dan in eerste instantie volledig. Maak ook geen oogcontact. Ga door met waar u mee bezig was en kijk vervolgens of uw kat ergens rustig is gaan zitten. Pas wanneer u ziet dat uw kat gekalmeerd is kunt u naar het dier toe gaan en hem belonen voor het gewenste (=kalme) gedrag dat hij nu laat zien. Dit belonen kan in de vorm van datgene wat het dier oorspronkelijk wilde hebben (bijvoorbeeld voer), maar ook in de vorm van aandacht of een spelletje (mits uw kat hier van houdt). - Speel meerdere keren per dag korte sessies interactief met het katje zodat hij zijn energie kwijt kan en het onderlinge vertrouwen kan worden behouden. Spelen is een belangrijk onderdeel van de dagelijkse omgang met uw kat waarvan het belang vaak wordt onderschat. Zeker katten die niet naar buiten kunnen hebben dit nodig om mentaal gezond te blijven. Er moet iets te doen zijn in hun omgeving om te voorkomen dat ze zich gaan vervelen. Vaak is het niet voldoende om een kattenspeeltje naar ze toe te gooien in de hoop dat ze zich hier zelf mee gaan vermaken. Katten willen juist graag samen spelen. Speelhengels zijn een goed idee, omdat hiermee gespeeld kan worden zonder dat de eigenaren te dicht bij komen met de handen. Hierdoor blijft de aandacht (en ‘prooiagressie’) gericht op het speeltje zelf en niet op het lichaam van de eigenaar
- Sta het katje niet toe om met uw handen of voeten te spelen. Wanneer het dier eenmaal volwassen is zal het anders namelijk geleerd hebben dat het ok is om in uw ledematen te bijten/krabben/slaan.
- Speel en aai niet te ruw of te druk en zorg dat spelsessies altijd rustig worden afgesloten, om te voorkomen dat er zich teveel energie heeft opgehoopt in het lijfje dat er niet uit kan. Voorbeelden van veel voorkomende maar te ruwe vormen van spelen die op de lange termijn een negatieve uitwerking hebben zijn: ‘boksen’ met uw kat, de kat ruw aaien en/of hardhandig over zijn lijfje wrijven, aaien over de buik terwijl de kat aangeeft dat dit niet prettig voelt (de buik is het meest kwetsbare deel van de kat. Hier aaien wekt het snelst een vlucht- of vechtreactie op.
In dit filmpje wordt dit duidelijk uitgelegd:
- Let goed op de lichaamstaal van uw kat wanneer u met het dier knuffelt. Steek uw hand uit naar de kat, maar raak het dier nog niet aan. Doe dit pas wanneer de kat het initiatief genomen heeft om u vervolgens aan te raken (meestal met het geven van een kopje). Begin dan pas zachtjes met aaien langs de wang en kin en ga alleen verder wanneer u merkt dat het dier dit fijn vindt. Wanneer u het lijfje aait is het belangrijk om goed in de gaten te houden wanneer het dier aangeeft dat het minder prettig aan gaat voelen. Dit kunt u onder andere zien doordat de staart begint te wiebelen, het lijfje verstrakt en de oren naar achteren beginnen te gaan. Respecteer het wanneer de kat terugdeinst of wegloopt, in dat geval is fysiek contact nog even een brug te ver.
- Spelen is heel erg belangrijk om de jachtdrift uit te kunnen leven, zeker wanneer de kat niet naar buiten kan. Begint het spel altijd rustig en gebruik nooit uw handen of voeten maar maak gebruik van speelhengels. Gaat het toch ineens te ruw naar uw zin? Stop dan direct en loop even weg.
- Zorg dat de kat ook speeltjes heeft waar wel aan gekrabt/in gebeten mag worden, zodat het diertje altijd een alternatief heeft om zijn jachtinstincten op uit te leven.
- Om de frustratiedrempel langzaam te verhogen kunnen voederpuzzels ook als hulpmiddel ingezet worden. Deze zijn in allerlei verschillende soorten verkrijgbaar, maar met een beetje creativiteit zijn ze ook heel goed zelf te maken. Het doel hiervan is dat het katje gaat ervaren dat iets wat hij graag wil, niet direct beschikbaar voor hem is. Bij een voederpuzzel moet het dier moeite doen om hier brokjes uit te pakken te krijgen. Dit zorgt voor een lichte mate van frustratie zonder dat het hem negatieve spanning oplevert. Zorg dat de puzzels niet te makkelijk voor hem zijn, zodat hij echt wat denkwerk moet verrichten om uit te vogelen hoe hij bij zijn brokjes kan komen. (Te moeilijk is ook niet goed: het denkwerk moet wel iets lekkers opleveren, dus niet té frustrerend zijn.)
‘Aai-agressie’
Een veel voorkomende vorm van agressie is ‘aai-agressie’. Dit is wanneer u de kat aait en deze hier van geniet. Totdat het dier zich ineens omdraait en met zijn achterpoten tegen uw arm begint te krabben terwijl het u met zijn voorpoten vasthoudt en begint te bijten.
Deze omslag lijkt vaak ‘uit het niets’ te komen, maar dit klopt niet. Er zit wel degelijk een opbouw in, alleen gaat dit vaak snel en veel mensen missen de subtiele signalen die de kat uitzendt vlak voordat zijn stemming duidelijk zichtbaar is omgeslagen. Het is belangrijk dat u het moment van omslag ziet aankomen, zodat u kunt stoppen en de kat van u af op de grond kunt zetten voordat het aaien niet meer leuk is.
In dit filmpje ziet u goed uitgelegd hoe u gevoelige katten op een manier aait die zij meestal echt fijn vinden:
Let altijd goed op de staartpunt: deze begint meestal als heen en weer te wiebelen. Eerst zachtjes, dan met steeds groter wordende, zwiepende bewegingen. Zo gauw u dit ziet gebeuren, stop dan direct met aaien. Op deze manier blijft samen knuffelen leuk voor beide partijen.
Andere signalen zijn: oren die eerst ontspannen naar voren stonden maar nu wat schuiner en platter gaan liggen, snorharen die wat meer naar voren komen en een verandering van de pupilgrootte.
Tot slot zijn er katten die er oprecht niet van houden om door mensen aangeraakt te worden. Zij kunnen snel overprikkeld raken door fysiek contact. Dit wil niet zeggen dat ze niet van sociaal contact kunnen genieten, alleen is hun definitie van sociaal contact anders dan die van veel mensen. Zij communiceren liever vanaf een veilige afstand met lichaamstaal. Dit hoeft geen enkel probleem te zijn, mits de eigenaar de grenzen van deze katten respecteert.