Meer dan de helft van de keren dat iemand contact met me opneemt begint het gesprek met de bovenstaande zin. Een korte vraag houdt echter niet automatisch in dat het antwoord ook kort is. Dat is alleen het geval wanneer het een ongecompliceerde vraag betreft. Zoals: ‘hoe vaak moet een kat gemiddeld per dag eten?’ (liefst minimaal 5 maaltijden per dag).
Er zijn veel korte vragen die niet simpel te beantwoorden zijn. De meest voorkomende korte vraag die ik krijg is: ‘mijn kat is agressief, wat kan ik hieraan doen?’. Meestal blijkt dan uit het vervolg van het gesprek dat het hier om een vorm van agressie gaat die al sinds langere tijd bestaat (maanden tot jaren) en waarbij de aanvallen steeds verder in intensiteit zijn toegenomen. Als dit het geval is moet ik echt adviseren dat er een huisbezoek gaat plaatsvinden, zodat er een duidelijker beeld kan worden gevormd van de kat en diens omgeving. Voor sommige mensen is dit echter een stap te ver. Zij willen alleen losse tips.
Losse tips kunnen bij onzindelijkheid of krabben op ongewenste plekken vaak nog wel gegeven worden. Maar bij agressie kunnen deze alleen gegeven worden wanneer het heel duidelijk is waardoor de agressie is ontstaan. Voorbeelden zijn:
– Er is een nieuwe kat bij gekomen en het klikt niet (mogelijke oplossing: herintroductie)
– Er is een kitten bij een bejaarde kat gezet (mogelijke oplossing: een kitten erbij of het kitten zsm herplaatsen bij leeftijdgenoten)
– 2 vriendjes zijn ineens gaan vechten nadat er een vreemde kat door het raam is gezien (mogelijke oplossing : folie op het raam en een herintroductie)
– Een kat alleen die heel plotseling vreemd gedrag laat zien (zsm naar de dierenarts!)
Vaak is er vanuit de eigenaar gezien echter geen duidelijke aanleiding voor de agressieve aanvallen. Dan is het gedrag lang geleden begonnen met iets kleins, waarna het steeds verder is toegenomen totdat het uiteindelijk is geëscaleerd.
Ik maak weleens de vergelijking met mensen. Wanneer iemand een psycholoog belt met de vraag: ‘mijn partner/kind is agressief, wat kan ik hieraan doen?’ dan begrijpt iedereen dat de psycholoog de beller vraagt om een afspraak te maken. Het zou heel vreemd en onprofessioneel zijn als deze aan de telefoon zou zeggen: ‘Oh, agressief gedrag? Daar weet ik wel wat op, heeft u pen en papier bij de hand? Hier volgen losse tips.’
Aan agressief gedrag valt meestal goed iets te doen. Alleen is de oplossing niet snel en simpel. Er zal eerst uitgezocht moeten worden wat de oorzaak en aanleiding is tot dat gedrag, waarna een op maat gemaakt behandelplan kan worden opgesteld dat past bij die specifieke situatie (elke eigenaar-dier combinatie is uniek). Daarna wordt de eigenaar aan het werk gezet. De kans van slagen is het grootst bij een eigenaar die oprecht betrokken is bij het welzijn van het dier en er ook veel tijd en moeite in wil steken om de onderlinge band te verbeteren. Als dat laatste niet het geval is (‘daar heb ik helemaal geen tijd voor, ik heb ook nog een drukke baan, gezin, etc. ‘) wordt het dier het kind van de rekening. In de realiteit volgt dan uiteindelijk herplaatsing of euthanasie.