Poezen: typisch vrouwelijk kattengedrag

 Zoals ik bij het onderdeel ‘Katers’ al uitlegde maakt het dus niet uit of uw kat een mannetje of een vrouwtje is, waar het sociaal gedrag naar mensen toe betreft (mits uw kat geneutraliseerd is).

Intacte, volwassen mannetjes en vrouwtjes zullen echter wel verschil in gedrag laten zien.

Vrouwtjes zullen, net als katers, meestal ook onrustiger gaan worden en meer de neiging krijgen om te gaan zwerven. Ook hun eetlust kan veranderen. Meestal worden zij een stuk aanhaliger en gaan kopjes geven aan allerlei voorwerpen en mensen. Ze gaan vaak meer geluiden maken dan normaal; meer miauwen, kirren en hoge prrr-geluidjes maken. In de natuur vraagt ze op deze manier om aandacht van katers. Ze gaat over de grond rollen en haar achterlijf omhoog duwen waarbij ze trappelt met haar voetjes. Nu is ze ‘krols’. Sommige poezen gaan tijdens de krolsheidsperiode zelfs sproeien!

krolse kat

Als er geen paring volgt zal de krolsheidsperiode na gemiddeld 10 dagen weer verdwijnen. Dit gebeurt gemiddeld zo’n drie keer per jaar, maar er zijn ook poezen die bijna het hele jaar door telkens opnieuw krols worden. Dit is heel vermoeiend voor uw kat, en voor sommige poezen die heel vaak krols worden kan dit een ware uitputtingsslag betekenen. Wat kunt u hier tegen doen? Het antwoord is: sterilisatie.
Bij deze ingreep, die een stuk zwaarder is dan bij katers omdat het hier een volledige buikoperatie betreft, worden onder verdoving de eierstokken en soms ook de baarmoeder verwijderd. Sec gezien is er dus sprake van castratie, omdat de voortplantingsorganen verwijderd worden. Een andere term die de lading goed dekt is dan ook ‘neutralisatie’.

De baarmoeder kan op latere leeftijd aandoeningen krijgen waar uw poes ziek van kan worden, dus is het soms zinvol om deze direct tijdens de operatie te verwijderen. Informeer hierover bij uw dierenarts.

Een sterke afrader is het toedienen van de anticonceptiepil voor katten, zelfs als dit maar voor even is.

Op latere leeftijd geeft de ‘poezenpil’ namelijk een sterk verhoogd risico op verschillende aandoeningen, waaronder kwaadaardige melkkliertumoren.